Mijn gedachten gaan uit naar een meisje van een jaar of 11, ze heeft een visuele handicap, ze kan de vogels in de tuin niet goed zien, het is te ver weg. Ze wil ze graag van dichterbij bekijken maar ja, hoe doe je dat? Ze wil ze echt van dichtbij zien, niet door een verrekijker maar écht zien. Dus gaat ze aan de slag en bouwt een hele constructie in en om het houten vogelhuisje. Pindakaas en vetbollen komen er aan te pas, alles er op en er aan. Ze kleed zich warm aan en ze gaat eerste rang bij het vogelhuisje zitten. Ze weet dat ze rustig moet blijven zitten, niet wild bewegen maar wachten. En dus wacht ze…. en ze wacht. Heel stil. Het is niet zomaar in 5 of 15 minuten gepiept maar haar geduld wordt uiteindelijk beloond, de vogels komen steeds dichterbij! Haar hart maakt een sprongetje maar ze blijft rustig zitten en kijkt hoe de vogeltjes eten. Ze geniet.

En dit meisje, dat ben ik. Ze is een deel van mij. Nu komt ze in gedachten voorbij en laat me deze herinnering zien. Wat een mooie les leert ze mij over zachte aandacht en stilte. Ik las eens in een boek: ‘bouw een nest en wacht tot de vogel er in vliegt’. Een prachtige zin die ik ook gebruik in de trauma opleiding als het gaat over veiligheid opbouwen. Niet alleen tussen therapeut en cliënt maar ook tussen cliënt en alle interne delen. Niet alle delen zullen zomaar naar voren komen. Net zoals destijds de vogeltjes in de tuin. Sommigen durven wel, sommigen hebben meer tijd nodig. Van sommigen weet ik niet eens dat ze bestaan, deze vogeltjes (delen) zitten nog verstopt in de struiken.

Dat meisje van toen, was vaak urenlang alleen op pad. Soms met de hond, soms met een foto toestel. Zo zat ze uren geduldig te wachten tot ook de meest verlegen libellen en vlinders zich lieten zien. Dit meisje had al de kwaliteit van ‘zijn’ in zich en ze brengt hem weer thuis bij mij. Maar ze is ook eenzaam en bevroren.

Ik sla voorzichtig in gedachten een arm om haar heen en houd haar zachtjes vast tot ze mijn warmte durft te voelen en er heel langzaam iets van binnen begint te ontdooien. Ik blijf dicht bij haar, tot de winter in de lente overgaat, tot ze de zon op haar huid kan voelen en aangeraakt durft te worden door de liefde.

Ik blijf bij haar, tot ze ontwaakt uit haar winterslaap en het leven weer omarmt. Tot ze zichzelf en de wereld weer vertrouwt. Tot daar en verder blijf ik bij haar….

En dan smelt er plots iets samen alsof compassie de breuk lijmt en we meer dan ooit samen zijn… en ik blijf…..

Lieve groet, Samantha